Onderzoeksverhaal

13 januari 2021

   

De ene topprestatie maakt de andere topprestatie mogelijk

Deelnemers, begeleiders, vrijwilligers en sponsoren van Alpe d’HuZes leveren een topprestatie van de buitencategorie. Dat vindt Tessa Brabander, één van de negen wetenschappers die in 2021 zijn gestart met een uit het Alpe d’HuZes/KWF-fonds gefinancierd onderzoek.

Die financiering voelt Tessa als een verplichting nu ook een topprestatie te leveren. Ze hoopt met haar onderzoek een nieuwe stap te kunnen maken in de behandeling van zeldzame tumoren. Daar hebben patiënten baat bij maar het brengt de wetenschap ook weer een stapje dichter bij het doel dat niemand meer aan kanker hoeft te sterven.

Zeldzame tumoren

“Binnen mijn vakgebied nucleaire geneeskunde komen we veel in aanraking met patiënten met kanker”, zo begint Tessa haar uitleg wat haar motiveert om actief te zijn op het gebied van kankeronderzoek. “We maken veel scans om de ziekte te diagnosticeren, maar geven ook therapie aan kankerpatiënten. Ik heb met eigen ogen kunnen zien wat de gevolgen van kanker zijn. Maar ik zie, en dat is de andere kant van de medaille, gelukkig ook hoeveel ze kunnen opknappen na de juiste behandeling. Bij zeldzame tumoren die voornamelijk ontstaan in het maag-darmkanaal en de longen, de zogenaamde neuro-endocriene tumoren, kunnen we echt het verschil maken. Deze patiënten leven daarna vaak nog jaren, en met nieuwe behandelingen hopen we het leven van patiënten nog verder te kunnen verlengen.”

Radioactief eiwit

Tessa’s onderzoek aan het Erasmus Medisch Centrum heeft als titel ‘Herbehandeling met 225Ac-DOTATATE voor patiënten met uitgezaaide neuro-endocriene tumoren’. Dat behoeft uitleg en die geef Tessa graag. “Eén van de kenmerken van deze tumoren is dat ze een zogenaamde somatostatine receptor op het oppervlak van de cel hebben. Bij de nucleaire geneeskunde hebben we een radioactief eiwit dat precies op die receptor gaat zitten. De radioactieve straling van deze eiwitten zorgt ervoor dat de tumorcellen heel lokaal worden bestraald. Hierdoor gaan de tumorcellen dood en wordt de tumor kleiner. Op dit moment wordt deze therapie gegeven met het radionuclide Lutetium-177. Helaas merken we dat de tumoren na verloop van tijd weer gaan groeien. In deze studie willen we een ander radionuclide, namelijk Actinium-225, koppelen aan het eiwit dat op de tumor gaat zitten. Het voordeel van Actinium-225 is dat die veel krachtiger is en dus meer cellen kan doodmaken. Het doel van onze studie is te bepalen welke dosering kan worden gegeven aan patiënten die zowel veilig als effectief is. Met de resultaten kunnen we nieuwe studies starten en hopelijk de therapie voor meer patiënten beschikbaar maken.”

Vroege diagnose

Ook als Tessa’s studie slaagt zijn we er nog lang niet. “Alle verschillende soorten kanker hebben andere kenmerken en dus andere therapieën nodig”, licht Tessa toe. “Wat werkt voor de ene tumor garandeert geen enkel effect bij een andere tumor. Het is verder erg belangrijk om tumoren in een vroeg stadium te diagnosticeren. Hoe vroeger we erbij zijn, hoe meer mogelijkheden er zijn voor therapie. Ik hoop dat we op termijn de overleving van patiënten met kanker kunnen verlengen, zodat ze uiteindelijk niet meer dood hoeven te gaan aan de kanker. Ik durf niet te voorspellen wanneer we dat doel bereikt hebben. Er zijn te veel factoren die daar een rol bij spelen!”

Zonder vrijwilligers geen Alpe d’HuZes