Dansen in de regen

30 Sep 2018

DANSEN IN DE REGEN …

“Het gaat goed, maar wel met een dubbel gevoel”, vertelt Ivonne Eikhoudt ... “Er is net weer wat gevonden in een lymfeklier en dat wordt nu onderzocht. Mogelijke uitzaaiing. Heftig.”
In juni gaat Ivonne weer de Alpe op. Lopend, want fietsen gaat niet meer. Samen met haar zoon die dan zestien is. “Hij is in 2013 mee geweest om mij aan te moedigen. Dit jaar wil hij per se weer mee. Nu ook klimmend, samen met mij.”

Knop omzetten en ermee dealen

In 2006 ontdekte Ivonne een knobbeltje in haar borst. Een ontstoken kliertje, dacht ze. Toen het er een tijdje later nog zat, belde ze voor de zekerheid toch even de huisarts. “Maak je niet druk,” zei die, “het hoeft niks ernstigs te zijn.” Maar omdat het bleef groeien, leek het toch beter om het te onderzoeken en zo nodig weg te halen. Toen Ivonne twee weken later in het ziekenhuis kwam voor de uitslag en om een operatiedag af te spreken, werd ze ontvangen door een huilende arts: het ‘ontstoken kliertje’ bleek een kwaadaardige tumor. Dat had niemand verwacht. Ivonne reageerde nuchter: “Oké, dat weten we dan nu, wat kunnen we eraan doen?” Opereren, chemo en bestralen, was het antwoord.

Ondanks de zware behandeling die volgde werden er nog nieuwe knobbels ontdekt, in de slokdarm en in de bijnier, vergroeid met een nier. “Blijkbaar zijn bijnieren belangrijker dan nieren. Dat wist ik ook niet”, vertelt Ivonne. “Je kunt niet zonder bijnier, dus die vergroeide knobbels konden hooguit worden bestraald, maar niet worden weggehaald. Kwaadaardig en niet behandelbaar. En héél pijnlijk. Ik heb zo’n i-pulzapparaat, dat me de dag door helpt en er op de een of andere manier voor zorgt dat ik de pijn anders ervaar. Ook heb ik morfinepleisters.”

Ivonne straalt een enorme kracht en levenslust uit. “Een kwestie van de knop omzetten en er het beste van maken”, vindt ze zelf. Ze is in twaalf jaar tijd twaalf keer geopereerd, onderging 105 chemo’s, 43 bestralingen en vijf trials. En blijft optimistisch. “Ondanks alles ligt het vooral aan jezelf hoe je ermee omgaat. Ik kan wel in een hoekje op de bank gaan zitten, maar dan is het meteen afgelopen. Maak ervan wat ervan te maken valt. Dus ik probeer zoveel mogelijk hetzelfde te doen als mijn omgeving en vrolijk te leven zoals iedereen. En ondertussen hopen op de techniek en de wetenschap, zodat ik nog heel lang op deze aardkloot rondloop. We zijn nu twaalf jaar verder, en kijk: ik doe alles. Ik werk, ik heb mijn huishouden, ik ga op vakantie, ik ga stappen. Ik heb het eigenlijk gewoon leuk.”

Kijk wat doorzetten kan doen!

“Ik ken genoeg mensen die een betere prognose hadden dan ik, en die nu toch dood zijn. Twee van mijn vrienden zijn inmiddels op de Alpe uitgestrooid. Ook daarom is de Alpe voor mij bijzonder. Van bocht 21 tot de finish: die berg geeft me zoveel, daar kan ik een heel jaar op teren. Ja, ik ben ziek; ja, ik ben beperkt; ja, ik loop vaak met een stok. Maar kijk wat doorzetten kan doen! En dankzij Alpe d’HuZes ben ik er nog. Dankzij de trials en de onderzoeken die met geld van Alpe d’HuZes worden gefinancierd, loop ik in juni opnieuw mee.” Ivonne loopt altijd op de woensdag, ze is een van de ‘zussen’ van het eerste uur. Op donderdag staat ze de hele dag aan te moedigen, te zingen en te dansen in bocht 21, samen met de broer van haar overleden vriendin, die al jaren de dj in bocht 21 is.

“Hoe mooi zo’n week op de Alpe ook is, voor mij is het ook een heel zware week. Het slotfeest trek ik bijvoorbeeld niet, dan ben ik gewoon kapot. En als ik weer thuiskom, lig ik een hele week plat. Maar ik heb het ervoor over. Toch had ik vorig jaar bedacht dat dat mijn allerlaatste Alpe d’HuZes-jaar was. Maar toen zei mijn zoon: “Ja maar mam, ik wil zo graag met jóú samen de top halen.” Hoe mooi is dat, als je puberzoon dat zegt. Dus in juni, na zijn examens, gaan we samen omhoog. Het liefst had hij gefietst, maar toch loopt hij met mij mee. En dan wil ik weer zo’n finishfoto als vijf jaar geleden, met een knuffel van mijn zoon.”

De hoop is groter dan de twijfel

“Mijn drijfveer is dat ik verder wil in het leven, voor hem. Maar jezus, wat is dat soms moeilijk. Ik weet niet hoe oud ik word, maar ik wil niet dat hij zich mij herinnert als een moeder die altijd ziek was. En daarom vertel ik mezelf regelmatig dat ik wel degelijk oud word. De hoop is in ieder geval groter dan de twijfel! Mijn zoon is heel sterk. Hij heeft veel meegemaakt en daar heeft hij ook niet om gevraagd. Hij is door mijn ziekte eerder volwassen geworden. Hij maakt zich niet druk om onbelangrijke dingen. Ons respect naar elkaar is groot. Ik ben enorm trots op hem!”

Ondertussen speelt op de achtergrond nog de uitslag van het laatste onderzoek: “Dat is nog wel een dingetje … Ik heb een soort kanker die niet meteen kwaadaardig lijkt, maar het wel blijkt te zijn als hij de kans krijgt om te groeien. Daarom duurt het wachten extra lang. Maar hoe dan ook kijk ik met plezier en een goed gevoel terug op ‘weer een oud jaar’. Ik blijf positief, dat helpt meer dan in zak en as zitten. Het is gewoon zoals het is, daar moet je mee dealen: niet wachten tot de storm voorbij is, maar leren dansen in de regen!”